U bent hier

GEEN SACRAMENT ZONDER GEMEENSCHAP

Sacramenten shopt men niet

 

Ze wilden van hun huwelijk een persoonlijke viering maken. Ze kwamen uit op een blitse, goedogende website. Net wat ze zochten. “En ja hoor, dit was een kerkelijke viering.” Dat werd hen stellig bevestigd. Tot ze een parochiepriester ontmoetten die hen vertelde hoe de vork in de steel zat. Je zou  denken dat het hier om een rooms katholieke organisatie gaat. In feite lag het heel anders. In feite waren ze voor een andere, door ons niet erkende Kerk getrouwd. Dat wisten ze niet. Het was schrikken voor dit koppeltje.

Zelfde scenario’s bij doop. Mensen wenden zich voor dopen soms ter goeder trouw tot deze genootschappen of rituelenbureaus alsof het allemaal om hetzelfde zou gaan. Vragen staat bij hen vrij. Het klantgerichte staat voorop. In de tuin of midden in de feestzaal kan. Plaats, dag en uur zijn af te spreken. “U wenst dat God niet genoemd wordt, of zo weinig mogelijk, geen probleem.” Aanlokkelijk.

Tot de uitnodiging voor de eerste communie volgt en ouders moeten vaststellen dat de doop niet in een katholieke gemeenschap heeft plaatsgehad, maar elders.

Alsof een Anderlechtsupporter met een ledenkaart van een supportersclub van Standard korting vraagt in de fanshop van KV Mechelen. Verwarring alom.

Hoe zit de vork in de steel?

 

Over regels en afspraken

Elke organisatie in onze samenleving, van de kleinste vereniging tot het grootste instituut, heeft haar eigen regels, afspraken, statuten, wetten… Dat is haar goed recht. Op deze wijze proberen organisaties hun werking in goede banen te leiden. Daarom is een ledenkaart niet overal geldig, is een diploma niet overal erkend. Daarom zijn verkoopsvoorwaarden niet overal dezelfde.

Zo heeft elke kerkgemeenschap haar eigen spelregels wat betreft organisatie, rituelen en vieringen, voorgangers…Zo is dat voor zowel de grootste kerkgemeenschappen als de protestantse, orthodoxe of onze rooms Katholieke Kerk (verder gewoon onze Kerk genoemd), als voor kleine kerkgenootschappen.

Soms is er wederzijdse erkenning of zijn er afspraken tussen hen, soms niet.

Sommige organisaties worden door onze Kerk niet erkend. In feite wordt er bij hen in onze ogen gedoopt, gehuwd, gevormd… voor een andere kerk, zeg maar in een andere club of vereniging, wanneer je op hen beroep doet.

 

Geldig of niet geldig?

Wat betreft doop situeren de problemen zich vaak niet op het vlak van de geldigheid. Ieder van ons kan als het ware een kind geldig dopen mits de juiste vorm en woorden. Het wordt echter niet geoorloofd door onze Kerk, net zo min als iedereen in onze samenleving zomaar geneeskundige praktijken mag uitvoeren.

De bedienaars van bovengenoemde groeperingen worden door onze kerk doorgaans ook niet erkend, tenzij het om priesters en diakens uit onze eigen rooms-katholieke kerk gaat. Maar ook dan worden deze doopsels niet ingeschreven in de doopregisters. Cruciaal staat immers de verbondenheid met de Kerk. In de katholieke sacramentenopvatting bouwen doop en eucharistie kerkgemeenschap op. We drukken op dat moment uit dat we lid willen zijn van die kerk. We engageren ons om dat christelijke geloof in ons leven uit te bouwen.

De klantgerichte aanpak van allerlei en rituelenbureaus doet vaak dit kerkelijke karakter uit het zicht verdwijnen en de doorgedreven persoonlijke invulling van de viering maakt soms dat deze viering de essentiële betekeniselementen van de christelijke doop mist. Deze vieringen gebeuren immers vaak zonder enige band met de katholieke Kerk, noch bij de voorbereiding, noch bij de viering.

 

Niet zomaar ja

Kinderen die gedoopt werden door deze organisaties worden dus niet zomaar toegelaten tot de eerste communie. Ook al pleiten sommige kerkjuristen hiervoor in sommige gevallen. Bij de burgerlijke rechtspraak heeft niet een advocaat of professor recht het laatste woord, maar de rechter. Zo heeft in deze gevallen niet een kerkjurist het laatste woord, maar de bisschoppen.

Wat gebeurt er dan?

Vooreerst wordt de geldigheid van het doopsel nagegaan. Verder kunnen hun ouders een aanvraag indienen tot wat genoemd wordt: “de opname van een kind in de volledige gemeenschap van de eucharistie.” Door dit nieuwe verschijnsel van sacramenten “shoppen” buiten onze Kerk hebben de bisschoppen dit nieuwe ritueel ingevoerd om mogelijk te maken dat deze ongeoorloofde doopsels toch toegang zouden geven tot de eerste communie in onze Kerk. Bij dit ritueel spreken de ouders en het kind hun keuze voor de rooms-katholieke kerk openlijk uit tijdens een liturgische viering in de volledige gemeenschap van de Kerk. Daartoe werd niet alleen een ritueel uitgewerkt, maar tevens een hele procedure. Een aanvraag aan de bisschop dient door de pastoor te gebeuren. Wanneer deze aanvraag goedgekeurd werd, kan de opname gebeuren. Pas dan worden de gegevens van de opname worden genoteerd in het doopregister.

Bij de opname wordt het kind vergezeld van een borg: iemand die bij de begeleiding en voorbereiding een belangrijke rol heeft gespeeld. Te vergelijken dus met een peter of meter bij het doopsel. Zij getuigen van de oprechte bedoelingen van de ouders en het kind.

 

De gemakkelijkste weg

De gemakkelijkste weg is uiteindelijk uw kind te laten dopen in de schoot van onze Kerk, indien u en uw kind(eren) verder met onze Kerk op weg willen gaan. In onze meeste parochiekerken zijn er gemeenschappelijke doopvieringen. Het is juist de bedoeling om doorheen het voorbereiden en vieren van de doop gemeenschap op te bouwen met onze plaatselijke geloofsgemeenschap en de grote Kerk. Vaak zijn dit ook persoonlijke vieringen omdat de ouders uitgedaagd worden om mee de viering voor te bereiden in de keuze van teksten. Het doopmoment zelf bij deze gemeenschapsvieringen is familie per familie. Ook daarvoor moet men het dus niet laten. Maar wij kiezen wel voor het kerkgebouw, de plaats waar wij ons christelijk geloof in gemeenschap vieren. En om organisatorische redenen liggen plaatsen, dagen en uren in ons decanaat vast. Wij kunnen niet daarbuiten.

Maar vooral willen wij het niet nalaten om te verwijzen naar ons geloof in de man van Nazareth die met mensen op weg ging, hen deed nadenken over hoe zij in het leven stonden, hoe zij zich door God bemind mogen weten, maar ook hoe zij uitgedaagd worden Gods droom waar te maken over deze wereld. Want dat wil onze Kerk uiteindelijk zijn: gemeenschap met God en elkaar in Jezus Christus.